Gezien: Lowlands 2015 (zondag)

LL15iconDe zondag van Lowlands 2015…

Psychpop is dit jaar prima vertegenwoordigd en zo zijn er nog wel wat meer genres die ik graag meer zou zien of – eh – horen op Lowlands, maar dat terzijde. PAUW – uit Haaksbergen begreep ik van iemand – hebben we inmiddels vaker gezien, bijvoorbeeld als voorprogramma van Temples (toen waren ze nog met z’n drieën) en op Oranjepop van dit jaar. Ook zouden ze dit jaar optreden op het Eindhoven Psych Lab, dus beschouw ik dit optreden op Lowlands maar even als goedmakertje. Het is aardig vol in de X-Ray en die aandacht is terecht voor deze jonge band, die inmiddels zo’n beetje op elk festival staat. Lowlands maakt indruk op de band, gezien de onhandige praatjes tussendoor, maar de muziek staat toch wel weer als een huis. De nummers van de PAUW-EP kennen we nu zo’n beetje wel maar er wordt ook wel nieuwe materiaal gespeeld dacht ik, waarvan ik “Visions” toch nog wel heel aardig vind. Hun jaren zestig/zeventig psychedelica à la – pak ‘m beet – Pink Floyd, The Beatles, The Doors, The Byrds, of  – meer uit deze tijd – Temples en een vleugje Jacco Gardner, staat als een huis. Je wordt toch altijd weer lekker meegezogen in die langere psychedelische uitspattingen, zeker als de geluidsmix wat beter klinkt op gegeven moment en de sfeertapijten mooi openbreken. Of zoiets. PAUW kan zich meten met de internationale top, en ik hoop voor ze dat ze deze vorm vasthouden. Eind oktober verschijnt debuutalbum Macrocosm Microcosm.

PAUW
PAUW

The Districts in de Charlie klinkt me dan een beetje gewoontjes. Vrij classic indierock had ik al vantevoren opgeschreven, en dat is het ook wel. Indie, folk, noisepop. Of zoiets. Het randje noise had misschien nog harder gekund naar mijn smaak. Daarnaast nekken de wat flauwe akkoordjes en de eenzijdige drums het wat, is de zang niet echt amabel te noemen, en sommige nummers klinken echt als net iets te vrolijke niemendalletjes. Ach het is verder wel vermakelijk wat deze Amerikaanse band doet, en die drummer doet wel intensief zijn best en lijkt op een afstandje zo een beetje op Dave Grohl. Een veilige festivalboeking noem ik dit.

The Districts
The Districts

Het Australische POND doet het daarna heel wat beter vind ik in de Charlie, maar dat komt ook omdat de nummers een stuk eigenwijzer zijn en ik hou bovendien erg veel van psychpop. Daarnaast staat het geluid hard maar goed en komt het gewoon heel goed binnen bij ondergetekende. Ik ken de nummers inmiddels dan ook wel heel goed, en dan heb je het voordeel van voorkennis. Zo begint POND soms best wel lelijk aan een nummer, de frêle zanger kan ook niet geweldig zingen, en de melodielijntjes lijken soms bewust te wringen, maar plotseling schakelen ze dan weer over op een ander ritme en breekt de zon door met gruwelijk fijne en gouden melodieën en wolkenpartijen. Die overgangen zijn bovendien gruwelijk strak gespeeld, de drummer (ook in Tame Impala op de toetsen als ik me niet vergis), is dus een enorme klasbak, maar de rest waagt zich ook aan elkaar. Waren ze niet met z’n vijven toen in Merleyn in Nijmegen? De band heeft er veel plezier in en dat is merkbaar, er worden veel grappen gemaakt, o.a. door gitarist Joe Ryan (die later door Tame Impala op het podium wordt getrokken nog, omdat ie jarig is). Je merkt dat deze band echt ontstaan is als hobby. Gewoon lekker spelen met z’n allen. Muzikaal vind ik het een van de hoogtepunten van Lowlands, maar zoals gezegd ken ik sommige nummers ook zo goed dat ik zielsgelukkig ben om die zo live en knoerthard te horen. Zonder oordoppen. Da’s wat minder handig misschien. Hoogtepunten zijn o.a. “Elvis’ Flaming Star”, “Don’t Look At The Sun Or You’ll Go Blind” en “Man It Feels Like Space Again” zo even uit mijn hoofd, en ze speelden een Brian Eno cover (“Baby’s On Fire”), maar die vond ik wat minder. Kan jou het schelen. Ook opvallend trouwens als je dit filmpje uit 2012 bekijkt, daar spelen ze allemaal een ander instrument zo te zien. Gekkies. Affijn, POND valt vandaag beter dan het gerelateerde Tame Impala, en da’s best een gekke constatering.

POND
POND

Tussendoor hangen we nog een tijdje rond bij de India-tent waarbinnen de voormalig dakloze en boomlange Fransman Benjamin Clementine zich melodramatisch uitdrukt achter de piano, als ware het een formidabele Franse chansons of zo, maar het is barstensvol die tent en we voelen ons niet geroepen om ons naar binnen te wurmen. En als je het over genres hebt: hier moet je echt net zin in hebben.

Gewoon weer op tijd naar Wand dus (met een tussenstop bij de speciaalbiertent), want die wilde ik ook nog wel graag eens een keer zien. Op de een of andere manier valt het me niet mee vandaag, na de hooggespannen verwachtingen door een plaat als Golem. Het is wel goed, maar de lat licht wellicht té hoog bij ondergetekende, vandaag klinkt het net iets te netjes met wat meer standaard punk-riffjes en minder scherpe noise en psych-effecten als ik had gedacht. En gehoopt. De gitarist op links, waar alle vuiligheid dan toch vandaag zou moeten komen staat er bijzonder stoïcijns (of stoned?) bij alsof hij op de bus aan het wachten is. Het helpt ook niet als de nummers steeds onderbroken worden – bruggetje naar snaren breken, want dat gebeurt ook nog wel eens. Koop een reservegitaar zou ik zeggen, nu werd de ene na de andere snaar vervangen en dat helpt ook niet echt. “Fire on the Mountain” heeft overigens een prachtig melancholische melodielijn, en “Planet Golem” – als ik het goed heb – maken nog veel goed op het einde, samen met een nummer als “Self Hypnosis in 3 Days” kleine hoogtepuntjes. Heel goed dus, maar volgende keer meer tempo, meer psych-effecten op gitaar en zang en zo en nog meer ziedende noise graag. Of had ik gewoon mijn oordoppen uit moeten doen? Dat zal het zijn.

Wand
Wand

Een paar Interpol-nummers bij de Heineken-tent vallen me niet mee, het e.e.a. klinkt toch wel weer een beetje repeterend en uitgeblust, en ik heb gewoon even geen zin in dit soort Editors-achtige (dat is een grapje) postpunk van de lome en sombere soort, al klinkt het in het begin niet eens zo heel donker of somber. Nee, dit hoef ik even niet, en ik heb sowieso nog wat anders op het programma staan.

Het is nog bizar rustig vlak voor aanvang van Ought uit Montreal, ongetwijfeld staat iedereen nog bij Interpol of is al onderweg naar Kendrick Lamar of checkt liever AWOLNATION in de India. Boeien, dit is lekker, we staan rustig met een man of honderd gok ik in de X-Ray te kijken naar een van de betere acts van Lowlands. Ze openen gelijk met het geweldige “Pleasant Heart”, alsof ze dit al jaren zo doen. Heerlijk dat funky tegendraadse ritme en die protest-achtige zang die me altijd ook ergens aan Michael Gira van Swans doet denken. Of Mick Jagger. Dat de band verder op Talking Heads lijkt zal ook vast wel, al haal ik er dat wat moeilijker uit. Lowlands zelf haalt er verder ook nog Fugazi, The Velvet Underground, en The Fall bij, en ergens anders hebben ze het weer over Parquet Courts. Wat maakt het uit. Het is Ought. Het geluid is fantastisch, en er wordt lekker gemosht tot de security (ik heb dat niet meegekregen) daar flauw een einde aan maakt. Ought is lekker los en (post)punkig, ruw en opruiend waar het kan, maar ook subtieler zoals het prachtige “Beautiful Blue Sky”(zie video) handig midden in de set geplaatst. “Today, More Than Any Other Day” kan lekker hard worden meegezongen en afsluiter “Gemeni” zet een duidelijke punt. Live komt Ought bijzonder fijn over en mag als een hoogtepuntje van Lowlands 2015 in de boeken.

Ought
Ought

Etenstijd. En dan klinkt Todd Terje & The Olsons op een afstandje in de Bravo erg lekker (met live-band dus), maar ik krijg er niet heel veel van mee.

Ondertussen mis ik geloof ik ook nog bijna het begin van de Australische band Tame Impala, dat mag afsluiten in de Heineken-tent en die staat behoorlijk vol. Dus hup naar binnen wurmen. Jammer is dat eigenlijk, want dit is een heel andere ervaring dan in een zaal (Tivoli Oudegracht) of de eerste keer Lowlands in de Charlie tent (toen op de plek en met de tent wat nu de Lima is). Veel jongeren ook in de tent, en om me heen zijn jonge meisjes meer druk met bellen blazen en het maken van selfies. Het publiek lijkt verandert in de loop der tijd bij Tame Impala, en de muziek is dat ook een beetje natuurlijk. Van lang uitwaaierende psychrock vermengd met die Beatleske aanstekelijkheid – een gitaarband voor bij je wietpijp, naar lome licht psychende synthpopdisco. De laatste plaat Currents gaat dus meer richting die lome glijerige pop, en dat staat me enorm tegen vanavond. De show is ook al zo gelikt. Kevin Parker staat er normaal stoïcijns te wezen, maar leest nu dingen voor in het Nederlands en komt af en toe naar voren richting publiek en zo. Het voelt allemaal aan als een gelikte show en dat is eigenlijk gek, dat wil je met zo’n band juist niet. Het podium voelt hier te groot. De nummers zijn niet heel anders, maar worden wel in een lome discosynthfunk-saus gegooid met hooguit wat flanger als voornaamste psych-effecten. Of het komt gewoon zo op mij over. Het is me in elk geval veels te loom vanavond en dreint wat voort, ook al is “Elephant” fijn, brengt het afsluitende “Apocalypse Dreams” nog wat lucht, is nieuwtje “‘Cause I’m a Man” inderdaad een lekkere meezinger, en overtuigt “Let It Happen” van de nieuwe plaat ook nog wel. Maar neem nieuwtje “The Moment”, dat is gewoon niksig. Dat is Tame Impala-light, ontdaan van alle leuke franje. En zo klinken ineens veel oude songs ook. Loom en futloos. Maar ik heb het vast fout, 3voor12 vond het fantastisch en ik was als fan van het eerste uur vast te kritisch en niet in de stemming. POND kwam vandaag veel beter binnen vandaag, en Tame Impala verliest mij hier. Ze komen terug naar Nederland, op 29 januari staat de band in de Heineken Music Hall. Normaal een no-brainer voor me, maar nu weet ik het echt even niet meer.

Tame Impala
Tame Impala

En zo kan het Canadese Viet Cong me ook al niet bekoren in het begin met die gruwelijke zang en rommelige (indie)rock. Ik luister het even aan en meldt aan mijn festivalmaten elders dat ik het vind tegenvallen, tot de band ineens wel in een flow schiet en meer in de langgerekte instrumentale psych/fuzz schiet. Okay, dat is lekker. Maar uiteindelijk is het me te wisselvallig en kom ik er gewoon niet meer in. Ik bedoel, er is wel genoeg plek daar, iedereen zit nog te stuiteren op Major Lazer, maar het kwartje wil niet helemaal vallen met deze band.

Viet Cong
Viet Cong

Een stukje Django Django dan bevalt me heel wat beter, blijkbaar kan ik de vrolijk dartelende nummers wel goed hebben, in een half gevulde Bravo-tent. De opzwepende percussie en catchy nummertjes beginnen wat op elkaar te lijken bij deze band, maar het zorgt wel voor een uitgelaten sfeer in de tent. Die guitige gast op links heeft wel heel veel synths en andere apparatuur door de jaren heen om zich heen verzameld. En hebben ze tegenwoordig een sax-speler in huis? Enfin, Django Django is misschien ook niet de gewenste grote knaller op het einde, maar zorgt er wel voor dat we met een positief gevoel afscheid nemen van de live-muziek van Lowlands 2015.

Django Django
Django Django

Dan nemen we nog een dosis André Manuel met z’n allen, onze Tukker is geen modderfukker. We kennen hem als frontman van diverse bands (Fratsen, Krang, De Ketterse Fanfare, Dancing Dollekamp), maar hij is ook een scherp cabaretier. Ook vanavond in de Juliet-tent neemt hij weinig bladeren voor de mond en haalt met groot genoegen het Koningshuis en alle gelovigen door het slijk, en daar moet ik onmeunig hard om lachen. Een geweldige afsluiter. Dat we dan in de speciaalbierbar alle munten opmaken en tot vier uur ’s nachts op de camping nog slap ouwehoeren. Tja. Dat maakt het op tijd opstaan op maandag er niet makkelijker op. We worden een dagje ouder, maar Lowlands is nog steeds een goed thuis. Al vijftien jaar lang. Volgend jaar toch maar weer doen?

André Manuel
André Manuel

DSC05110

DSC05115

DSC05137

DSC05261

Alle foto’s: hier.

Die andere betweters:

5 Reacties op “Gezien: Lowlands 2015 (zondag)”

Plaats een reactie