Gezien: Down The Rabbit Hole 2015 – zondag

DSC03711Vervolg van het verslag van Down The Rabbit Hole 2015: de zondag.

Even wakker worden in de Teddy Widder-tent met Max Richter, een mooi stukje (neo)klassiek dat met z’n machtige herhalingen soms aan Philip Glass en Steve Reich doen denken. Het wordt wel vaker gedaan dit soort dingen (Steve Reich op Lowlands, Nils Frahm op Best Kept Secret, Hauschka op het Valkhof Festival – om maar eens wat te noemen), en dat blijf ik leuk en gewaagd vinden op een festival. Zo staat de tent nog aardig gevuld, al is het (inmiddels is het gras daar definitief tot strand omgewoeld) ook naast de tent goed toeven, er staat immers een videoscherm met boxen. Lekker rustig je dag beginnen dus, maar het publiek juicht hard in de tent. De Amerikaanse Natalie Prass leek me wel een bijzondere zangeres, op de plaat deed het me snel denken aan Janet Jackson of – ergens in de verte – Dolly Parton, misschien juist vanwege dat country-achtige wat er soms in zit. Ik word dan ook verrast door een Janet Jackson-cover “Any Time, Any Place” en daarmee kun je ook refereren aan de Motown-achtige soul die sommige nummers uitstralen. De frêle dame loopt bedeesd maar zelfverzekerd rond op haar hoge gouden hakken, en zoekt toch ook de interactie met het publiek tussen de nummers (‘watskebeurt!’), om tijdens het (prachtig heldere) zingen meer in zichzelf te keren, met op een gegeven moment een plastic dinosaurus in de hand (dat doet ze vaker zag ik, geen idee waarom, maar waarom ook niet). Het bekendere “My Baby Don’t Understand Me”, met die country-lik, komt erg mooi over, terwijl “Bird of Prey” juist wat minder opvalt. Het nieuwere “Jazz” vind ik dan juist wel een leuk en meer uptempo dansbaar intermezzo, al hoor ik van twee bezoekers achteraf dat ze dat nu juist een wat minder nummer vonden. Voor elk wat wils, ook hier. Goede bassist trouwens. En een wat standaard drummer. Met Other Lives gaan we naar de eerste van een setje favoriete bands vandaag en die stellen niet teleur. De Amerikaanse indie- en folkband maakt van die prachtige sfeer-muziek, noem het melancholische prairie-folk, zo mooi en vol aangezet. Jammer eigenlijk dat het geluid – vooraan in elk geval – in het begin erg rommelig klinkt (de zang komt er ook te laat in, maar het klinkt sowieso niet in balans), maar gelukkig wordt dat wel bijgedraaid tijdens het optreden. “Reconfiguration”, toch een mooi nummer van het recente Rituals-album komt daardoor niet helemaal uit de verf, maar de band herpakt zich. In een setje nieuwe nummers is “Landform” het eerste oudje, dat toch ook weer aardig hard wordt omver gemept door de percussie. Dat vind ik wat jammer, de drums zitten net te hard in de mix. Maar voor de rest is het genieten van deze multi-instrumentalisten die onwaarschijnlijk veel verschillende instrumenten beheersen en er weer meerdere bespelen tijden de nummers, en daardoor soms handen te kort komen om alles maar tegelijk te bedienen. Prachtig hoor, dat trompetje tussendoor en die violen. En wat zingt Jesse Tabish fijn vandaag. Verrassend is de Nirvana-cover “Something in the Way” dat ik in eerste instantie eigenlijk nauwelijks herken (hier als voorbeeld). Hoewel de oudere nummers op de setlist me wel het meeste kunnen bekoren, doen nieuwere nummers het hier ook niet slecht, en daarmee is Other Lives een hoogtepunt van het festival. Andrew Bird heeft dat vernuft en die dieptewerking niet helemaal vind ik, we komen aanlopen bij een speels nummer met een lichte swing, maar echt bijzonder lijkt het niet. De Amerikaan wisselt af tussen viool en gitaar en lijkt wel te zoeken naar interessante composities, maar weet dat maar moeilijk te vinden. Het is wat ongevaarlijke pop zo vind ik, met hooguit soms een fijne lichte schwung. Hij houdt de tent dan ook bij lange na niet vol. Misschien moet je ook gewoon niet moeilijk doen soms en grijp je maar beter terug op de fijn ronkende rock van bands uit het verre verleden. Birth Of Joy is gegroeid in de loop van de jaren en geeft een dampende ‘seventies’ rock-set in de Teddy Widder, met een zwetende tent tot gevolg. Mooi ook dat ze, net op het moment dat je denkt dat ze alles wel heel dicht smeren, wat rustiger opbouwen en fijne instrumentale tussenstukjes opzoeken. Met drummer Bob Hogenelst heb je dan ook wel een lekkere aanjager, de eerste die in ons land op het conservatorium met een tien afstudeerde, maar ook zanger/gitarist Kevin Stunnenberg ontpopt zich hier als de ideale frontman met z’n schurende gitaargeluid, maar ook  toetsenist Gertjan Gutman gooit er een hele hoop aanstekelijke orgeldeuntjes uit (en zorgt toch ook voor het basgeluid neem ik aan, knap gedaan). Maar het kan toch nog iets opwindender en gekker met een fijn opgefokte set van King Gizzard & the Lizard Wizard (spreek dat maar eens tien keer achter elkaar uit) in de kleine tent. Die laten de tent dan ontploffen, zeker de eerste tien rijen voor het podium staan wild te dansen. Bijzonder is de opstelling: twee drummers vooraan op die puntige uitloop voor het podium waar normaal niks staat, met daarachter op een verhoging de zanger zelf, die soms indrukwekkend gek doet in zijn riffende tussenstukjes en tegen het eind – uiteraard – even op de crowdsurftour gaat. En daarachter en daarboven nog een blik gitaristen. Het zou te makkelijk zijn om het in de psychedelische hoek te stoppen, ze zetten het zelf in de hoek van ‘raar’ aldus de aankondiging, en dat klopt ook wel. Van alles komt er voorbij in een fijne blender van stijlen zonder dat het gekunsteld aanvoelt. Naast psychedelische muziek zou je er ook labels als funk, bluesrock, punk of eh.. fuzzrock op kunnen plakken. En da’s mooi in zo’n Fuzzy tent. Enfin, opzwepend dus. Het gaat er lekker op met nummers als “I’m In Your Mind” of was het “I’m Not In Your Mind” of toch “I’m In Your Mind Fuzz”? Wat zit er toch in dat Australische water? De fijne psychedelische bands worden daar geboren als konijnen. Vette band dus, niet te missen. Dan mis ik wel een heel stuk Roosbeef, maar ik krijg nog wel “Niet Uitmaken” mee, waarin de gitaar van Tijs Delbeke (Sir Yes Sir) kan excelleren op het einde en je hoort wat voor fijne band ze toch heeft, met ook Tom Pintens (Zita Swoon) op gitaar/toetsen/achtergrondzang en Tim Van Oosten (Het Zesde Metaal) op drums. En de eigenwijze eigengereide Roos Rebergen zingt zelf natuurlijk die prachtige teksten op haar typische manier mer haar vrolijk onhandige maar toch charmante uitstraling. Daarna is “We Hebben Alles” prachtig mooi tussendoor, waarna “Sirene” een ideale afsluiter blijkt op zo’n festival. Vervolgens staan we op tijd met een mannetje of twintig vooraan bij Motorpsycho te wachten, samen met onder andere Goat een van de redenen om naar het festival te gaan. Hoe mooi is het ook dat de organisatie de Noren gewoon anderhalf uur ruimte geven in de Fuzzy Lop, daar wil ik dus niks van missen (ook al blijft er (te) veel ruimte in die kleine tent tijdens het optreden). Goed gezien ook, deze band houdt wel van de langere nummers en oneindige jams, en zoveel tijd kunnen ze dus makkelijk vullen. Normaal doen ze zelfs niet moeilijk over tweeënhalf uur speeltijd tijdens een cluboptreden. De band is zonder Reine Fiske vandaag blijkbaar, de toetsenist/gitarist (van o.a. Dungen en Elephant9) speelde op de laatste platen mee en ook de laatste twee jaar was hij bij de optredens. Oerlid en bassist Bent Sæther is er wel uiteraard, samen met werelddrummer Kenneth Kapstadt. Samen spelen deze heren een klein weekje later op Roskilde met Spidergawd, dat hobbyprojectje waar ze toch ook heel druk mee zijn het afgelopen jaar. Hans Magnus “Snah” Ryan op gitaar (en – eh – ‘zang’) vermaakt zich zichtbaar, misschien ook wel omdat hij het optreden wel heeft gemist met z’n oude makkers, je ziet hem af en toe grijnzen naar Sæther. Met “Year Zero” krijg ik gelijk kippenvel der herkenning, het meer melancholische en mooie begin van het nummer van het Little Lucid Moments-album uit 2008 komt hard binnen. Dat doet de gitaar van Snah ook, en dat is wel jammer, die overschreeuwt de geweldige ritmesectie te veel. Dat de zang dan minder goed te horen is in de mix is wat minder erg, het zijn toch al niet van die nachtegaaltjes. Na “Waiting game” volgt dan “Hell, Part 1-3” dat altijd goed is (uit 2013). Dan wat onverwacht “Through The Veil” van die heerlijke (vind ik dan) rock-opera plaat “The Death Defying Unicorn”, al is dit natuurlijk wel gespeeld zonder orkest en Ståle Storløkken, en daarmee dus een stuk kaler uitgevoerd. “Serpentine” staat vaker op de setlist in deze uitvoering, net zoals “Starhammer”, dat van een van mijn favoriete albums komt (Heavy Metal Fruit), dus ik ben dik tevreden, al hebben alle psychonauten wel zo hun eigen favoriete albums. Ik weet dus niet of het aan de geluidsmix daar vooraan ligt (misschien te veel feedback vanaf het podium zelf), maar dit heb ik wel eens vetter gehoord. Niet dat we stil staan vooraan, met dit soort opzwepend jammende spacerock / bluesrock is dat natuurlijk nooit mogelijk. “All Is Loneliness” is de Moondog-cover die we van Demon Box kennen (stiekem hadden we gehoopt dat ze die hier integraal zouden spelen, dat gaan ze nog ergens doen geloof ik). Misschien had ik hier dan liever “Plan #1” gehoord, maar met Motorpsycho weet je eigenlijk nooit wat ze van hun enorme berg albums gaan spelen. “Vortex Surfer” is dan wel de fantastische afsluiter van het Trust Us– album uit 1998 waarmee ze sowieso briljant afsluiten. Heerlijke setlist toch, met van allerlei albums wat. En dan mag de geluidsmix me niet bevallen en de tent mag dan niet vol staan, wat geeft het. De fans vooraan en andere (mogelijk nieuwe) liefhebbers weten dat dit een van de beste live-bands op deze planeet is. Met afstand het beste optreden op dit festival dus, al ben ik een zwaar bevooroordeeld fan natuurlijk. Ondertussen stond de jeugd vast te stuiteren op Leftfield en/of vertrok een flink deel ook op tijd richting The War on Drugs dat al begonnen is als afsluiter in de grote tent. Het voelt als een toetje, en ik vind het wel overtuigend in die grote tent. De karakteristieke stem van Adam Granduciel is al direct herkenbaar als we aan komen lopen en binnen heerst er een warme sfeer. Zouden ze zanger/gitarist en mede-oprichter Kurt Vile nu echt missen hier? Zit die zich ondertussen niet te verbijten vanwege de populariteit van z’n oude band? Want The War On Drugs kan het prima aan zo’n grote tent. Goed, dan is het soms nog net iets te veel Bruce Springsteen-achtig naar mijn smaak, maar de fijn gloeiende sfeer en die lichte uitwaaierende gitaren maken veel goed, ook al is de show verder wat statisch. De muziek spreekt boekdelen en daarmee is het een waardige afsluiter van een fijn festival, maar dat had je ook uit de inleiding kunnen halen. Volgend jaar weer? Dat ligt toch ook aan het weer en aan de bands die ze boeken, en voor mij hoeft het echt niet massaler. Maar ook de sfeer is een goed argument, mits het een beetje zo blijft. En wie weet hippen we dan weer hopjes en springen we weer dartelend door het groene gras, op zoek naar die verborgen schatten in alle hoekjes en holletjes. U was in elk geval dit jaar een fijn festival en een fijn publiek. Hopelijk tot een volgende trip naar wonderland.

Alle foto’s: dag 3.

Zie ook: verslag van vrijdag / zaterdag.

Andere getuigenverklaringen: 3voor12 artikelen, 3voor12 video’s / Kicking the Habit – dag 2 / Lust For Life / NRC / ROAR 1,2,3 / Soundz 1,2,3 / Festileaks / Indiestyle 1,2,3 / KindaMuzik / Newsmonkey / The Daily Indie / 8weekly 1,2,3 / Fileunder 1,2,3

Max Richter
Max Richter
Natalie Prass
Natalie Prass
Other Lives
Other Lives
Other Lives
Other Lives
Birth Of Joy
Birth Of Joy
King Gizzard & the Lizard Wizard
King Gizzard & the Lizard Wizard
Motorpsycho
Motorpsycho
Motorpsycho
Motorpsycho
Motorpsycho
Motorpsycho

DSC03805

DSC03906